Bent u al de trotse eigenaar van een elektrisch aangedreven auto (EV)?
Maar hebt u de handleiding van uw voertuig zorgvuldig gelezen? Waarschijnlijk niet…
Toch raden we u aan om hier tijd voor uit te trekken want voor elektrische voertuigen zijn bepaalde handelingen uitgesloten terwijl die wel kunnen bij thermische wagens.

Niet doen: uw motor vergeten uit te schakelen tijdens het opladen

Een veel voorkomende fout, vooral van bestuurders die nog maar net met een elektrische wagen rijden, is dat tijdens het laden de auto niet uitgeschakeld wordt. Dit blokkeert het opladen en creëert een foutmelding die u eerst moet behandelen voordat u verder kunt gaan.

Niet doen: uw auto duwen bij pech

Een elektrische wagen die vierwielaandrijving heeft, mag u in geval van pech of lege batterij niet duwen zoals u dat met thermische wagens (op benzine of diesel) wel zou kunnen doen. Door de wielen te doen draaien, wekt u namelijk stroom op en als u dat bij een elektrisch voertuig doet die stilstaat door een technisch probleem, kunt u schade veroorzaken aan de elektronica.

Niet doen: het koetswerk aanraken bij een zwaar ongeval

Na een zware aanrijding zou het kunnen dat het chassis van uw elektrische auto ernstig beschadigd is. Dat kan gevaarlijk zijn aangezien een vervormd chassis de stroom van uw batterij naar de carrosserie zou kunnen verspreiden. Raak dus best het koetswerk van uw auto niet aan na een zware aanrijding.

Niet doen: een onaangepaste band plaatsen

De banden van een elektrisch voertuig hebben het zwaarder te verduren dan de banden van voertuigen die rijden op fossiele brandstoffen. Het zwaardere gewicht dat ze moeten dragen (dat gewicht kan oplopen tot 700 kg) en de grote trekkracht van zo’n voertuig zijn de belangrijkste redenen hiervan. Als u een band moet vervangen, plaats dan een type band dat speciaal geproduceerd werd voor de montage op elektrische wagens.

Niet doen: een verlengkabel gebruiken om op te laden

Een verlengkabel kan de stroomtoevoer naar de elektrische wagen verstoren, oververhitting veroorzaken en leiden tot schade of zelfs brand.

Niet doen: starthulp bieden met een elektrisch voertuig

Het wordt afgeraden om met een elektrische wagen starthulp aan een ander elektrisch voertuig te bieden want dit kan de elektronica ernstig beschadigen. Sommige merken vermelden dit zelfs expliciet in hun handleiding.

Omgekeerd mag een wagen die rijdt op fossiele brandstoffen een elektrisch voertuig wel uit de nood helpen in het geval dat de 12V accu van het elektrisch voertuig (dus niet de lithium-ion batterij!) leeg is.
Hoe dan ook, als uw voertuig geïmmobiliseerd is wegens een batterijprobleem, verwittigt u best meteen uw bijstandsverlener.

Wel doen: wat doen bij brand van een elektrisch voertuig?

De lithium-ionbatterijen in elektrische (en hybride) wagens hebben een ingebouwde beveiliging die de batterij uitschakelt als de temperatuur een bepaalde hoogte bereikt of als ze beschadigd is. Toch kan het – zeer uitzonderlijk – gebeuren dat de batterij begint te branden.

Een brand van een elektrisch voertuig is heel gevaarlijk en mag niet zo maar geblust worden. Het vuur kan terug aanwakkeren zolang de batterij warm is. Momenteel beschikt de brandweer over weinig middelen om een dergelijk vuur te blussen. Het voertuig moet volledig kunnen uitbranden en wordt nadien gewoonlijk in een container geplaatst die gevuld is met water. Enkel zeer gespecialiseerde sleep- en takeldiensten kunnen dit doen.

Concrete acties bij de brand van een elektrische auto:

  • Breng uzelf en de medepassagiers uiteraard niet in gevaar.
  • Zet de auto aan de kant, indien mogelijk zo ver mogelijk van andere wagens, van gebouwen en bomen of planten, dit om een overslaande brand te vermijden.
  • Zet onmiddellijk de motor af, trek de handrem aan en plaats de versnelling in neutraal. Verlaat de auto en neem de sleutel mee waarmee u van op afstand de deuren kan openen en waarmee u de auto start.
  • Breng iedereen in veiligheid (denk aan de fluo hesjes), bel de brandweer op (112) en verwittig het opkomend verkeer.
  • Verwittig ook zo snel mogelijk uw bijstandsverlener.

Wel doen: het “winterprogramma” activeren

Elektrisch aangedreven auto’s bezitten een enorme trekkracht die ook meteen vanaf nul beschikbaar is. Dit betekent dat rijden op een besneeuwde rijbaan, op ijzelplekken of op een glad wegdek een aangepaste rijstijl vraagt.

Plaats dus zeker altijd je winterbanden voor het winterseeizoen, activeer het winterprogramma als het beschikbaar is …en vermijd een zware voet.

Wel doen: opladen als het regent

Omdat tijdens het opladen de stekker helemaal vergrendeld en beveiligd is op de aansluiting van uw wagen, is opladen bij regenweer volkomen veilig. Mocht er toch ooit vocht in de verbinding sluipen, dan wordt het opladen onderbroken.

bron: blog Europ Assistance

Terug naar overzicht